Afdeling III - Procedure

ALGEMENE BEPALINGEN

a) Vraag om algemene informatie over de journalistieke beroepsethiek

b) Klacht

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 9. Taal van de procedure

De procedure verloopt in het Nederlands.

Artikel 10. Bijstand en vertegenwoordiging

Zowel de klager als de betrokken journalist of het medium kan zich laten bijstaan door één persoon naar keuze.
Rechtspersonen moeten zich rechtsgeldig laten vertegenwoordigen. 

Artikel 11. Vergoeding

Bij de behandeling van klachten kan de Raad voor de Journalistiek een bijdrage in de kosten vragen. 

Artikel 12. Termijnen

Behoudens voor de ontvangstmelding, worden de hiernavolgende behandelingstermijnen met drie weken verlengd wanneer ze tijdens de maanden juli en augustus beginnen of eindigen of bij overmacht. Het secretariaat deelt dit aan de betrokkenen mee. 

Artikel 13. Overleg

De Raad voor de Journalistiek kan zijn bevoegdheden uitoefenen in overleg of in samenwerking met andere organisaties met een gelijkaardig doel.

A. VRAAG OM ALGEMENE INFORMATIE OVER DE JOURNALISTIEKE BEROEPSETHIEK

 Artikel 14. Vraag

Om ontvankelijk te zijn moet een vraag om informatie bevatten:

  • de naam en het adres en het telefoonnummer van de verzoeker;
  • een omschrijving van de vraag;

Artikel 15. Antwoord

Het secretariaat zorgt binnen acht dagen voor ontvangstmelding ten aanzien van de verzoeker. Bevat de vraag niet alle nodige gegevens, dan vraagt het secretariaat aan verzoeker deze binnen acht dagen na te sturen. Wie hieraan geen gevolg heeft, wordt geacht af te zien van zijn vraag.
Het secretariaat beantwoordt vragen om informatie binnen drie weken nadat het dossier volledig is en brengt de betrokkene op de hoogte van de algemene privacyverklaring.

Artikel 16. Herkwalificering

De voorzitter van de Raad voor de Journalistiek kan, op voorstel van de secretaris-generaal, een vraag om informatie herkwalificeren als een klacht. In dat geval wordt de procedure gevolgd die geldt voor de behandeling van klachten.

Artikel 17. Rapportering

Het secretariaat inventariseert de vragen en houdt het overzicht ter beschikking van de leden van de Raad voor de Journalistiek die het willen raadplegen.

 

B. KLACHT


Artikel 18. Klacht

Om ontvankelijk te zijn moet een klacht per brief of per mail worden ingediend. De klacht wordt ingediend uiterlijk twee maanden vanaf het tijdstip van publicatie of uitzending of van de handelwijze.

De klacht bevat:

  • de naam, het adres en het telefoonnummer van de verzoeker;
  • de aanduiding van het medium en/of de personen op wie de klacht betrekking heeft;
  • een uiteenzetting van de feiten en de gronden voor de klacht;
  • een kopie en/of de referenties van de betrokken berichtgeving of handelwijze;
  • de datum van het verzoek.

Een klacht kan worden ingediend door:

  • personen of organisaties (verenigingen, bedrijven, instellingen, overheden, ...) die het voorwerp uitmaken van de berichtgeving, voor zover de klacht is ingegeven door een particulier belang. Naast bovenvermelde elementen moet de klacht een uiteenzetting bevatten waaruit het particulier belang van de klager blijkt;
  • organisaties die zich door doelstelling en/of feitelijk handelen bezig houden met een thema dat in de berichtgeving aan bod komt, voor zover de klacht is ingegeven door een algemeen belang.

De Raad voor de Journalistiek oordeelt geval per geval of een klager dit belang heeft.

Artikel 19. Ontvangstmelding

Het secretariaat zorgt binnen acht dagen voor ontvangstmelding aan de klager. Daarbij deelt het de actuele samenstelling van de Raad, het werkingsreglement en de algemene privacyverklaring mee.

Omvat de klacht niet alle nodige gegevens, dan vraagt het secretariaat aan de klager om ze binnen acht dagen na te sturen. Bij gebrek hieraan beslist de Raad voor de Journalistiek of hij de klacht al dan niet behandelt.

Artikel 20. Bemiddeling

De secretaris-generaal bemiddelt zo snel mogelijk tussen de partijen om tot een minnelijke regeling te komen. De secretaris-generaal stelt de partijen hiervan schriftelijk op de hoogte.

Als de bemiddeling tot een minnelijke regeling leidt, is de klachtprocedure beëindigd.


Artikel 21. Kennisneming

De Raad voor de Journalistiek neemt akte van elke klacht tijdens zijn eerstvolgende vergadering.
De Raad voor de Journalistiek neemt bij die gelegenheid kennis van de bemiddelingspogingen die de secretaris-generaal ondernomen heeft, en van de resultaten hiervan.

Als een bemiddelingspoging niet tot een minnelijke regeling leidt, kan de Raad voor de Journalistiek een extra bemiddelingspoging gelasten.

Artikel 22. Beslissing om te beoordelen

Als de bemiddeling niet tot een minnelijke regeling leidt wordt de zaak aanhangig bij de Raad voor de Journalistiek.

Wanneer onmiddellijk na het indienen van de klacht of bij de bemiddeling blijkt dat de klacht kennelijk onontvankelijk of ongegrond is, geeft de secretaris-generaal daarvan kennis aan de voorzitter van de Raad voor de Journalistiek. Op de eerstvolgende vergadering kan de Raad voor de Journalistiek beslissen dat de klacht om die reden niet verder wordt behandeld. De partijen worden hiervan door het secretariaat in kennis gesteld.

In de andere gevallen kan de Raad voor de Journalistiek, na een eerste bespreking van de klacht, een Rapporteringscommissie aanstellen. Deze bestaat uit een lid van de A-groep, een lid van de B-groep, een lid van de C-groep en de secretaris-generaal.

Artikel 23. Kennisgeving

Het secretariaat brengt de partijen binnen acht dagen op de hoogte van de beslissing om over te gaan tot beoordeling ten gronde.
De brief of mail aan de partijen bevat een volledige kopie van het ingediende verzoek. In de brief of mail vraagt het secretariaat of de partijen een schriftelijke conclusie en bewijsstukken willen indienen en of zij willen gehoord worden.

Artikel 24. Wraking van een lid

De Raad voor de Journalistiek kan elk lid wraken dat:

a. persoonlijk of beroepshalve betrokken is bij de zaak of bij een van de partijen;

b. niet onbevangen kan oordelen over de zaak.
Ook de partijen kunnen binnen acht dagen na ontvangst van de in artikel 23 bedoelde kennisgeving een verzoek tot wraking indienen van elk lid dat zich in een van de hierboven vermelde omstandigheden bevindt. De Raad beslist op zijn eerstvolgende vergadering en buiten de aanwezigheid van het gewraakte lid over het verzoek tot wraking.
Voor elk lid dat gewraakt wordt, wordt een plaatsvervanger opgeroepen.

Artikel 25. Uitwisseling

De verwerende partij bezorgt haar conclusie en bewijsstukken binnen dertig dagen aan het secretariaat. Zij deelt het secretariaat daarbij mee of zij gehoord wil worden.

Het secretariaat bezorgt de ingediende stukken binnen acht dagen aan de klagende partij. Die kan melden dat ze de schriftelijke procedure als afgerond beschouwt en dat de Raad kan overgaan naar de volgende fase met het oog op een beslissing, of ze kan schriftelijk reageren, maar dan enkel op elementen uit het verweer die nog niet vervat zaten in haar oorspronkelijke klacht. Ze beschikt daarvoor over twee weken. In haar antwoord deelt ze het secretariaat mee of ze gehoord wil worden. 

Indien de klagende partij opnieuw schriftelijk reageert, bezorgt het secretariaat de ingediende stukken binnen acht dagen aan de verwerende partij, die over twee weken beschikt om te antwoorden. 

Als stukken niet of te laat worden ingediend, beslist de Raad hoe de zaak wordt afgehandeld, inclusief de mogelijkheid om bij verstek te oordelen als de verwerende partij na schriftelijke aanmaning nalaat om te reageren, of de procedure stop te zetten als de klager na schriftelijke aanmaning nalaat om te reageren.  

Artikel 26. Hoorzitting

Een rapporteringscommissie van de Raad voor de Journalistiek hoort de partijen die daarom hebben verzocht of verzoekt hen daar zelf om.

Een rapporteringscommissie van de Raad voor de Journalistiek kan ook derden horen of zich laten bijstaan.

De rapporteringscommissie kan derden tot de zitting toelaten.

Artikel 27. Beraad

Als de Raad voor de Journalistiek of de Rapporteringscommissie oordeelt dat het dossier klaar is voor beslissing, maakt de secretaris-generaal onverwijld een verslag op.

Dit verslag wordt ter beschikking gesteld van de leden van de Raad voor de Journalistiek, die het volledige dossier te allen tijde kunnen raadplegen op het secretariaat.  

De Raad voor de Journalistiek bespreekt het dossier en neemt een beslissing zoals bepaald in artikel 7.2 van dit Werkingsreglement.


Artikel 28. Herlezing

Als er geen consensus bereikt wordt zoals bepaald in artikel 7.2, kan de Raad voor de Journalistiek een of meer partijen opnieuw horen en zich opnieuw beraden over het dossier.

Artikel 29. Uitspraak

De uitspraak bevat volgende elementen:

  • de naam van de klager;
  • de naam en het medium van de betrokkene(n);
  • een omschrijving van de klacht, de feiten en de omstandigheden;
  • een omschrijving van het procedureverloop;
  • een omschrijving van de repliek, of anders het uitblijven hiervan;
  • de overwegingen van de Raad voor de Journalistiek;
  • het eindoordeel van de Raad voor de Journalistiek samen met de eventuele minderheidsstandpunten;
  • de datum. 

De uitspraak wordt als zodanig gepubliceerd.

De voorzitter en de secretaris-generaal ondertekenen een exemplaar van de uitspraak met de namen van de leden van de Raad voor de Journalistiek die hebben deelgenomen aan het beraad, dat als zodanig gearchiveerd wordt. 

 Artikel 30. Mededeling en bekendmaking

De Raad voor de Journalistiek geeft van elke uitspraak kennis aan:

1°    de partijen;
2°    de voorzitter van de VZW Vereniging van de Raad voor de Journalistiek.

De Raad voor de Journalistiek stuurt de uitspraak onverwijld door naar de verantwoordelijken van het medium.

De Raad voor de Journalistiek bepaalt, rekening houdend met de eigen aard van elk medium en desgevallend na overleg met het betrokken medium, hoe en binnen welke termijn de uitspraak bekend gemaakt wordt door het medium.

De Raad voor de Journalistiek staat in voor de bekendmaking van zijn uitspraken, onder andere via een eigen website.

De uitspraken worden samen met een overzicht van het bemiddelingswerk van de secretaris-generaal opgenomen in het jaarverslag waarvan sprake in artikel 8 van dit Werkingsreglement.

De Raad voor de Journalistiek beslist, op verzoek van de klager of op eigen initiatief, of de uitspraak en de mededelingen over de uitspraak worden geanonimiseerd.