Er is geen principieel beletsel tegen het feit dat een journalist ook het ambt van vrijwillig brandweerman uitoefent. Dat zegt de Raad voor de Journalistiek in een beslissing van 9 december 2004 (beslissing Callebaut t. Goossens). Het diensthoofd van een brandweerkorps had daarover een vraag gesteld aan de Raad.
Toch wijst de Raad voor de Journalistiek ook op mogelijke problemen die kunnen rijzen in een dergelijke situatie. 'Wie journalistiek combineert met een andere functie, moet wel rekening houden met de wettelijke, reglementaire en beroepsethische beperkingen die hij zichzelf door zijn keuze oplegt. De journalist moet bijgevolg beseffen dat hij daardoor zijn bewegingsvrijheid, en dus ook de ruimte om aan journalistiek te doen beperkt. Dat slaat niet alleen op de interventies die hij meemaakt, maar ook op alle vertrouwelijke inlichtingen waarvan hij bij de uitoefening van zijn functie kennis krijgt.'
In een tweede beslissing van 9 december 2004 (beslissing Catherine t. Doornaert) stelt de Raad voor de Journalistiek dat de schrijver van een column of een andere opiniebijdrage een ruime vrijheid heeft om zijn of haar mening te geven en om conclusies te trekken uit door hem of haar gepresenteerde feiten. In de concrete zaak die was voorgelegd, houdt de Raad bovendien rekening met de mogelijkheid die de klager heeft gekregen om in de krant een weerwoord te publiceren. De klacht wordt ongegrond bevonden.